De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 734]
| |
752 Aen den Procureur Robbert van der Burgh, in den Haeghe.1 Mijn' Heere,
2 Ik hebbe etlijke daeghen te doen gehadt in mijnen oordt, ende, nae 3 wederkeer, UE aengenaemen van den 24en Januarij lestleden 4 vertoont aen mijnen swaegher Cloek. Waer op ons te zaemen 5 raedzaemst dunkt, dat UE gelieve te bevorderen, dat de processen 6 tussen ons en Sohier moghen geraeken onder eenen goeden 7 rapporteur, ende te dien ejnde den bijgaenden aen den H vanden 8 Hoonaert, nevens mijne gebiedenissen, te behandighen: voorts te 9 advigileren om te verneemen wanneer de voorzejde processenGa naar eind9 10 zullen zijn gelevert in 's rapporteurs handen; ende mij daetlijk des 11 te verwittighen, op dat ik alsdan over koome, omme bij 'tGa naar eind11 12 distribueren der advertissementen, de zaeken te recommanderen. 13 'T welk wij achten alsdan vruchtbaerlijker te zullen kunnen 14 geschieden, ende met min perikels van in vergeetenis gestelt te 15 werden: dewijl dit stuk van zoo groot een belank is, ende de 16 behoudenis oft het grondigh bederf mijner schoonzuster Lucretia,Ga naar eind16 17 getrouwt met Emanuel van Zurk, daer aen is hangende. Noopende 18 d'andre zaeken roerende mijn officie, verlaete mij t' uwer EGa naar eind18 19 diligentie, ende in verwachting beveele UE den Almaghtighen, 20 nevens hartlijke groetenis van 21 U.E. 22 dienstwillighen 23 P C Hóóft. 22 ujt Amsterdam, 23 5 Feb. 1636.
De processen tegen Sohier moeten gechasseerd worden, daartoe moet ingesloten brief aan de raadsheer Van der Honert overhandigd worden en geïnformeerd naar de gang van zaken: zodra de zaken in behandeling komen zal Hooft zelf de overige raadsheren benaderen. |