De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 661]
| |
714 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.Loont.
1 Monsr mon frere,
2 Dat de tijdingen, die men alsnoch heeft, niet veel te oordeelenGa naar eind2 3 geeven van de ujtkoomst der zaeken, zie ik ujt schrijven van mijnen 4 swaegher Schujl, ende eenighe gedrukte afschriften van brieven ujtGa naar eind4 5 Antwerpen, die mij Sr vander Wijen heden toegezonden heeft. 6 Echter dunkt mij vreemdt, dat U.E. traegheit in 't schrijven de 7 mijne te boven gaet, gelijk 't bijgaende bladt UE overtujghen zal.Ga naar eind7 8 Dank hebbe zij, daerentussen voor den brief van Zondaeghe, endeGa naar eind8 9 den bijgevoeghden ham, dien wij hoopen dat U.E. met Joffre 10 moeder ende frere van Erp eens zullen koomen helpen verzoeken.Ga naar eind10 11 Gelieve maer tijdt te stellen, ende zullen hartlijk welkoom wezen,Ga naar eind11 12 aen den geenen die U.E. hiermede Gode beveelt, ende zich zelven 13 in UE goede gunste, nevens zijn' hartlijkste gebiedenis, als, 14 Monsr et frere, 15 U.E. 16 Verplichte, dienstwste broeder 17 P C Hóóft. 16 Ter vlucht, van den 17 H.t.Mujden, 18 28 Junij. 1635.
Lopende zaken. Hooft vermeldt op 28 juni precies dezelfde nieuwsbronnen als in 711, die ongedateerd is. Toch zijn het niet dezelfde berichten, want voor de in 711 gevraagde pennen bedankt hij in 712, op 22 juni. De bronnen zijn dus blijven vloeien. |