De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 572]
| |
661 (C. Huygens aan P.C. Hooft te Brussel).1 Mijn Heere;
2 D'eerste bejegening die mij wedervaren is op het voorstellen vanGa naar eind2 3 U.E. begeerte was een' ronde weigering, bevestight met soo 4 grondighe redenen, dat ickse niet en sagh t'overstrijden; sonderlingGa naar eind4 5 tusschen Meester en knecht; daer het aensien veeltijds deGa naar eind5 6 gehoorsaemheit te machtigh valt, den ijever nochtans van U.E. inGa naar eind6 7 soo gewichtigen noodvall niet verlegen te laten heeft mij soo verreGa naar eind7 8 gemoedight, dat ick het beworp vanden bijgaenden Brief's ander-Ga naar eind8 9 daeghs hebbe derven voorhouden, ende daerop met watGa naar eind9 10 spertelings des Vorsten teeckening bekomen. Om soo vele teGa naar eind10 11 weghe te brenghen ('twelck, tegen mijne genegentheit ten diensteGa naar eind11 12 van U.E. gemeten, altoos weinigh is) hebb ick met veel aendachtsGa naar eind12 13 tuschen des meesters teere ooren ende U.E. heftighe begeerteGa naar eind13 14 moeten sweven. endtelick dit is de vrucht van mijn blijmoeder-Ga naar eind14 15 schap. U.E. en stoote sich daer aen niet datter het Italiaensche 16 kleedsel afgebleven zij. Dien Heer ende andere sijne landsluijdenGa naar eind16 17 hebben wij dagelix te beschrijven, maer het aensien noch het 18 gebruijck van dit Hof en lijden niet, dat wij allerhande volckerenGa naar eind18 19 sonder tolck te gemoete komen. U.E. stelle sich daerop gerust. IckGa naar eind19 20 derve versekeren dat haer de onroomsche tale tot geenen achter-Ga naar eind20 21 deele en sal strecken. Inde rest hebb ick mij gequeten naer ver-Ga naar eind21 22 mogen, ende alles soo ruijm genomen, als mij de aengeweseneGa naar eind22 23 scherpheit van tij en wind gedooght heeft. God geve het U.E. teGa naar eind23 24 stade kome in de gerechtich sijner sake; die mij, voor soo vele denGa naar eind24 25 Fiscal aengaet, t'onrecht in 't verwarr gehouden dunckt te werden.Ga naar eind25 26 Emmers stijft mij in dat gevoelen d'oprechte meeninghe die mijGa naar eind26 27 U.E. doet versekeren dat ick ben en blijven will, 28 U E. 29 ootmoede dienr ende vrund 30 C Huijgens. 29 's Gravenhage, den 23en 30 Octob. 1634.
Huygens is bij de Prins op een weigering gestuit. Hij heeft hem de volgende dag een Frans ontwerp voorgelegd en daarop de handtekening gekregen. Afschrift sluit hij, volgens Hooft's verzoek, in (662). |
|