De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 300]
| |
513 Aende Ed.Mo. HH. vande Reke.1 Ede &c.
2 Om t'obedieren den appoinctemente van UEd.Mo. op deGa naar eind2 3 bijgevoeghde reqe, hebbe mij dienaengaende geinformeert zoo veel 4 als doenlijk geweest is, ende haer te representeren, hoe deGa naar eind4 5 gemeene bujrlujden van Weespercarspel ende 't Bijdelmeer, geen 6 middel ziende om te fourneren aen de beden ende subventien derGa naar eind6 7 Prinssen van den Lande, nocht ander soulagement, als te komen inGa naar eind7 8 gemeenschap van de publique lasten met die van der stede Weesp, 9 zich op deze conditie, inden jaere 1481 aen Burghermeesteren ende 10 regeerders derzelve hebben gesubjecteert, voor zoo veele belangtGa naar eind10 11 het bestier der politie: ende sedert gehouden zijn geweest voorGa naar eind11 13 leden der burgherije, maekende, gelijk zij 't noemen, een kog, eenGa naar eind13 14 tent. Ook hebben zij ter zelver tijdt aen die van Weesp voors 15 gedefereert alle hun recht van jurisdictie; doch deze wel verstaendeGa naar eind15 16 zulx zonder advoj der hooghe Overigheit niet te konnenGa naar eind16 17 geschieden, die delatie afgeslaeghen; in voeghe dat noch op den 18 dagh van heden, d'administratie der hooghe ende laeghe Justitie, bij 19 de supplianten, ende twee distincte rechtsbanken van 't Kerspel 20 ende Bijdelmeer respective, wort gëexerceert: onder eenen schoutGa naar eind20 21 nochtans, die bij mij, volghends den voet van mijne voorzaetenGa naar eind21 22 gehouden, zoo over de voors stede, als 't platte landt wort gestelt. 23 Insgelijx worden zij bedient bij eenen zelven secretaris, die der 24 stadt is dienende. Ende zijn de secretarizen successivelijk gecrëeert,Ga naar eind24 25 ook gesalarieert geweest, bij Burgermren ende Vroedschappen van 26 Weesp, alleen van oudsher, ende zoo verre als memorie vanGa naar eind26 27 menschen toedraeght, tot noch toe, zonder eenigh wederzeggen oft 28 pretensie ter contrarie van de voors gerechten van 't Kerspel endeGa naar eind28 29 Bijdelmeer: zulx alle acten van opdrachte ende andere, zoo die vanGa naar eind29 30 bujten, als van binnen concernerende in eenen gemeenen protho- 31 colle geregistreert ende vermengt staen. Nu ist zoo, dat het den 32 huislujden, door de lange binnenlandsche vreede, daer 't Gode 33 gelieft heeft deze landen mede te begenaedighen, den voorgangen 34 noot verwinnende ende dezelve sampt het beneficie eertijds 35 genooten vergetende sedert een' wijle herwaerts ledigh gestaenGa naar eind35 36 heeft te peinzen op aenwas van eighen gezagh, ende imminutieGa naar eind36 37 van d'authoritejt der stadt. Ten welken einde zij derzelve hebbenGa naar eind37 38 gemoveert verscheide processen, eenighe wel frivool ende on- 39 gefundeert, gelijk UEd.Mo. ujt d'Ed. Mo. Heeren van den hove | |
[pagina 301]
| |
40 zouden konnen verstaen. Wel is waer, gelijk de gemoederen 41 gëirriteert door de contentie, niet en gebrujken van zulke mode-Ga naar eind41 42 ratie als d'aequiteit is vereischende, dat die van Weesp ook bij 43 wijlen ruim scherp genoegh tegens hen hebben gegaen, ende niet 44 in alles deur gemoghen, met het geene dat zij dreeven: dan meene,Ga naar eind44 45 dat echter het ongelijk doorgaends meest over de zijde der hujs- 46 lujden geweest is, ende in die vander stadt verre de beste geneghen-Ga naar eind46 47 heit tot rust en eendraght gespeurt te hebben. Ujt deze misver- 48 standen nu, ende wederwilligheit der huislujden, acht ick 49 ongetwijfeld her te koomen, den voorstel van eenen secretaris 50 t'hunnen behoeve apart, ende bij hen zelven, zonder inzeggen der 51 regenten van Weesp te beroepen. Want alhoewel zij praetexeren,Ga naar eind51 52 van quaelijk gedient te zijn met eenen hunlujden ende der stede 53 gemeen, mits de differenten tusschen hen ende dezelve ontstaen,Ga naar eind53 54 ende de praevaricatie, waer van zij den onlanx aengenomenGa naar eind54 55 secretaris, insimuleren oft suspecteren, als oft hij hunne secretenGa naar eind55 56 niet en mesnageerde nae behooren; zoo en konnen zij niet igno- 57 reren een prompt remedie hier tegens, naemelijk, zich in alzulke 58 materien, te dienen van eenighen confidenten Notaris; waermedeGa naar eind58 59 zij zich dus lange zeer wel hebben geweten te behelpen. Indienmen 60 hun ook deze nieuwigheit, op dit pretext, komt in te willighen, 61 resteert dat, alzoo ras eenighe questie tussen 't Kerspel en Bijdel-Ga naar eind61 62 meer rijst, 't welk niet vreemdt waer, ijder dezer twee gerechten 63 eenen secretaris op zich zelven zal pretenderen te maeken: waer 64 door 't officie, dat nu eenen bequaemen persoon kan voeden, aenGa naar eind64 65 drien gesplist zijnde, te verwachten waer, dat men in plaetse van 66 wel gedient te zijn met eenen capablen, met drie malhabile zoudeGa naar eind66 67 gequelt wezen. Hun' klaghte wijders van stilstandt der rechts- 68 pleeghinge, ende voorwenden van eenen Jan Cornelisz bij hen 69 verkoren vervalt ook t'eenenmael hiermede, dat zij alreeds den 70 Secretaris bij die van Weesp aengenoomen, bij provisie hebbenGa naar eind70 71 ingerujmt. Al 't welke ingezien, ende dat het nieuw ordinarié zijn'Ga naar eind71 72 ongepeinsde swarigheden medebrengt, ben gedrongen, het, onderGa naar eind72 73 correctie, daer voor te houden, dat het raedtzaemste zij, niets te 74 innoveren. Doch zullen U.Ed.Mo., naer haere wijsheit ende 75 discretie, al te veel beter weeten te oordeelen, wat voor de drie 76 gerechten dezer eene ende maer maetelijke gemeente oorbaerGa naar eind76 77 gedaen zal zijn. Waerinne conquiescerende wil den almoghendenGa naar eind77 78 gebeden hebben, 79 Ede &c. U.Ed.Mo. in gelukzalighe regeringe altijds te bewaeren, 80 ende in haere goede gratie, | |
[pagina 302]
| |
81 Uwer Ed.Mo. 82 Onderdaenen, dienstwen 83 P C Hóóft. 83 Ujt Amsterdam, 84 den 4en Martij, a 1632.
Advies aan de Rekenkamer om op het request van Weesperkarspel en Bijdelmeer, die een eigen secretaris willen hebben, afwijzend te beschikken. Deze landelijke gehuchten hebben zich in 1481 onder het gezag van de stad Weesp begeven, omdat zij zelfstandig niet in staat waren, de door de landheren (vorsten) geheven beden enz. te betalen. De inwoners verwierven toen het burgerrecht van Weesp, maar hun eigen recht van jurisdictie behielden zij, zodat in ieder van beide een rechtbank in stand bleef. Er was echter één schout en één secretaris voor de stad en de twee dorpen, die benoemd en betaald werden door Weesp. In de laatste tijd zijn de boeren tegen deze toestand gaan ageren, ook door processen tegen Weesp voor het Hof van Holland, en nu hebben zij de Rekenkamer verzocht een eigen secretaris te mogen benoemen, onafhankelijk van het bestuur van Weesp. Zij opperen bezwaren o.a. betreffende de geheimhouding. Hooft adviseert, niets te veranderen, want als de dorpen ruzie krijgen zullen ze ieder een aparte secretaris willen hebben, zodat er dan drie zullen zijn, waarschijnlijk drie onbekwame in plaats van één bekwame. |
|