De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 237]
| |
477 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.(Baak: Muyden 5 Sepr 1631 beantw 8 ditto) Loont.
1 Monsr mon frere,
2 Nae mijn' ruighe Rekenkonst, maek ick staet dat een' hooftsomGa naar eind2 3 geleidt op drie verscheide lijven, al sterven de twee datelijk, ende 4 dat maer de derde veertigh jaeren leeft, noch evenwel in dien tijdt 5 ruim zoo veel zal ujtleveren, als gelijke somme op renten gesteltGa naar eind5 6 tegen 5 ten C, ten einde van gelijken tijdt zoude opgebraght hebben 7 en waerdigh zijn. UE kan 't bij geleghenheit eens stip naerekenen.Ga naar eind7 8 Dewijl op morghen een Veerman derwaerts gaet hoope de loop- 9 maeren te bekomen, in wisseling vande bijgevoeghde tijdingen, ujt 10 Tacitus, nevens kundschap van UE ende der kraemvrouwe wel-Ga naar eind10 11 vaert, dewelke, met alle die haer lief zijn, God in genaede behoede,Ga naar eind11 12 ende in UE goede gunste, 13 Monsr mon frere, 14 U E 15 Gansdienstwen broeder 16 P C Hóóft. 15 Vanden Hujze te Mujden, 16 5 Sep. 1631.
Overleg over lijfrenten, ongetwijfeld de aankoop van lijfrentebrieven die Holland en sommige steden uitgaven en die als belegging op lange termijn gezocht waren. |
|