De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 196]
| |
454 Aen den H. Rekenmr Basius.1 Ede &c.
2 De timmeraedje der graeflijkheit alhier, is door verscheiden' inci-Ga naar eind2 3 dent langer aen,, ende wat boven de gelimiteerde kosten geloopen.Ga naar eind3 4 En twijfele nochtans niet oft alle lujden van oordeel en zullen ze 5 wel besteedt vinden. 'T welk ick UEd. bidde te geloven, ende 6 dienvolghends favorable handt te houden aen 't despescheren vanGa naar eind6 7 ordonnantie op mijn' overgezonde declaratie: gelijk ick mij vaste- 8 lijk belove van de hartlijke geneghenheit uwer Ed. tmijwaerts in 9 veelerleije occurrentien, gebleken. Welke obligatie, dewijl mijGa naar eind9 10 onmaghtigh kenne daer af te quijten, ick met alle schuldighe ob-Ga naar eind10 11 servantie ende dienstveirdigheit eeuwlijk erkennen zal, aenroepende 12 den almaghtighen, dat hem gelieve, 13 Ede &c. UEd. ende mê vrouwe zijne gemalinne, in eere en voor- 14 spoedt altijds te bewaeren, ende in haere goede gratie, 15 UEd. 16 Verplich<t>sten dienaer 17 P C Hóóft. 16 Vanden Hujze te Mujden, 17 den 30en Maj. a 1631.
Hooft vraagt de steun van het met hem bevriende lid van de Rekenkamer Basius om de declaratie aanvaard en zijn voorschotten terugbetaald te krijgen. |
|