De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 141]
| |
424 Aen burgermren van Naerden.1 Eerzaeme &c.
2 Op U EE missive in dato den 26en dezer, mij gisteren behandight 3 klaeghende over swaere injurien U EE door den Schout vanGa naar eind3 4 Hilfersom gedaen, diene tot antwoort, dat U E<E> gelieven zal 5 mij over te zeinden d'informatien die U EE tot bewijs der voors 6 klaghte zullen weten te recouvreren, omme dezelve met d'om-Ga naar eind6 7 standigheden der zaeke gezien ende daerop gedelibereert, voorts 8 gedaen te werden zulx als nae rechte tot reparatie van zoo groot eenGa naar eind8 9 exces, zal bevonden worden te behooren. Het debvojr door UEEGa naar eind9 10 op mij begeert om den Schouten der dorpen 't beletten vandenGa naar eind10 11 voorkoop der graenen ten hooghsten te recommanderen, heb ick,Ga naar eind11 12 naer belofte, gedaen, overbodigh, in alles wat redelijk zijn zal, 13 altijds behulpzaem te wezen aen UEE dewelke 14 Eerzaeme &c. God almaghtigh in schut ende scherm behoede, 15 nevens vruntlijke groetenis van 16 U E 17 Toegedaenen goeden vriendt 18 P C Hóóft. 17 Ujt Amsterdam, 18 28 Jan 1631.
Op een klacht van de burgemeesters van Naarden over beledigend optreden van de schout van Hilversum tegen hen, verzoekt Hooft hun de bewijsstukken in te zenden om de zaak naar behoren te kunnen berechten. - Volgens zijn belofte heeft hij gevolg gegeven aan hun verzoek, de dorpsschouten dringend op te dragen, de voorkoop van graan te beletten. |
|