Nieuwe kijkjes in 't rond
(1882)–C. Honigh– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Daar kwam een klein meisje het tuinhek door,
En ging voor de koningin staan.
Die zette een paar groote oogen op,
En vroeg: ‘Waar kom jij van daan?’
‘Ik kom heel uit Westerland, koningin!
En mijn voetjes doen me zoo zeer.
Er is geen mensch, die op me past,
'k Heb Vader noch Moeder meer!’
‘Ach, doen er je voetjes zoo zeer, arm schaap!
Rust hier, dat ik ze verbind.
En, meisje, heb jij er geen ouders meer,
Wij hebben geen enkel kind.’
‘Zwerf nu niet verder alleen zoo rond,
Blijf nu maar altijd hier,
En als je een aardig zoet meisje bent,
Beloof ik je veel plezier.’
Het meisje zeide: ‘o koningin!
Dat wil ik heel graag doen!’
En ze pakte de koningin om den hals
En gaf haar een lekkeren zoen.
Toen ging zij ook naar den koning toe
En de koning gaf haar de hand,
En zeide: ‘nu hebben we weer en prinses,
Een prinsesje in Oosterland!’
|
|