- Goed, maar het is zoo ver nog niet, waarom laat ge mij niet, tot dan alleen. Maar ik weet het wel gij durft niet.
- Dwaas, wat zoudt ge er aan hebben.
- O, als gij uw woord gehouden hadt, als gij niet voor dien tijd gekomen waart, zoudt ge mij hier niet meer gevonden hebben.
De ander haalde de schouders op.
- Bah, zeide hij, gij zijt dwaas. In eenige minuten, wat zeg ik in eenige seconden zoudt gij uw lot niet meer hebben kunnen veranderen.
- Gij meent van niet en toch is het zoo. Doe die revolver toch weg man, ik zal heusch niet op u aanspringen, dat zou mij waarlijk niet helpen.
Bénoist ging zitten op een stoel die tegen den wand stond.
- Gij had weg moeten blijven tot den tijd dien ge mij gegund hebt, herhaalde hij.
- Wat maakt het voor verschil.
- O, alleen dit, ik zou weg geweest zijn.
- Nonsens, in ieder geval is het goed dat ik er dan ben.
- Ge praat niets dan nonsens.
- Toch waart ge daarop niet gerust, anders zoudt ge niet gekomen zijn.