Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)(1650)–Johan Hofman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende U. S. Vsantie, gebruyck. Vsufruct – lijftoght, vrugt-gebruyck, blading. Vsure, woecker. Vsurpatie, gebruyck, besit-neeminge, inneemingh. Vsurperen, besit nemen, gebruycken, innemen. Vorige Volgende