Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)(1650)–Johan Hofman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende R. U. Rubrijck, afteyckeninge. Rude, hardt, rouw. Rudiment, begin-lesse, ontwerp, schets. [pagina 134] [p. 134] Ruijne, vernielinge, neederstortinge. Ruijneren, vernielen, nederslaan, te gronde werpen. Ruijneux, bouvalligh. Rumoer, gerught. Rupture, breuck. Ruse, loosheydt, list. Rustijck, boersch. Vorige Volgende