Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)(1650)–Johan Hofman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] D. V. Dubiteren, twijffelen. Duc, Hertogh. Duplicatie, verdubbelinge. Dupliceren, dubbelen, tweevout maken. Duplijck, tweevout, dobbel-antwoord. Duwarien, morgen-gaven. Vorige Volgende