Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)(1650)–Johan Hofman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende B. L. Blame, naamschendinge, eervlek. Blameren, faamrooven, naamschenden. Blandatie, gevley, vleyinghe, liefkoosinge. Blandiëren, vleyen, liefkoosen. Blasoen, veldt-teycken, wapen-schildt, zin-staal. [pagina 19] [p. 19] Blasphemeren, lasteren. Blasphemie, laster, lasteringe. Blocqueren, beschanssen, omcingelen. Vorige Volgende