De kameraadjes van Pietje Smeerpoets (ca. 1900-1910)–Heinrich Hoffmann– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Het meisje, dat niet stil ziet. Heideldideine, Heideldidom! Zit stil toch lief Dientje, Je valt nog eens om. Zij wiegt zich En buigt zich, Zij schommelt En rommelt En neuriet een lied, Doch hoort daarbij niet Hoe, krak En krak, Het stoeltje nu doet; Bons, daar valt zij eindlijk neer, Wat doet zij zich het hoofdje zeer. En stoel, en flesch, en glas, Die liggen op den grond Gebroken; Leentje kreeg Aan 't hoofd een diepe wond, En alles doet haar zeer; Zij schommelt nu niet meer. Daar ligt zij in haar bedje En roept nu ach en wee! Voor haar moet nu wel zorgen De goede trouwe Kee. Vorige Volgende