Een aardig prentenboek met leerzame vertellingen, naar het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter' voor Nederlandsche jongens en meisjes bewerkt
(ca. 1860-1870)–Heinrich Hoffmann– Auteursrechtvrij
[pagina t.o. 3]
| |
[pagina 3]
| |
De wreede Jan, - de wreede Jan,
Dat was een regte dolleman. -
Ving hij een vlieg, die slechte guit,
Dan trok hij haar de vleugels uit;
Zijn speelgoed sloeg hij kort en klein;
Geen' kat kon veilig bij hem zijn;
En hoort eens aan, hoe stout was Jan!
Hij sloeg zijn lieve zus Marian.
| |
[pagina 6]
| |
Bij zek're pomp stond eens een hond,
Die water slurpte met zijn mond;
Daar kwam de wreede Jan weêr aan,
Om met zijn zweep Fidel te slaan.
Die arme hond die jankte zeer;
Maar Jan, die sloeg hem telkens weer,
En schopte 't beest wel twintig keer.
Hap! - greep hij Jantjes kleinen voet,
En beet er in tot op het bloed;
Jan gilde 't uit van pijn en schrik,
En schreide beî zijn oogen dik.
| |
[pagina t.o. 6]
| |
[pagina t.o. 7]
| |
[pagina 7]
| |
Toen leî men Jan in 't bed ter neêr,
Zijn voet deed hem geweldig zeer; -
De dokter gaf hem, voor zijn pijn,
Een flesch vol bitt're medicijn.
Terwijl de slimme hond nu zag
Dat Jantje nog te slapen lag,
Zoo nam hij aanstonds flesch en taart,
En at en dronk regt naar den aard.
|
|