Isabella princesse van Iberië(1720)–Willem van der Hoeven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *3r] [p. *3r] Aan den heere Jacob Houtman, Beminnaar der Nederduidsche Digtkonst. Heer Houtman, 'k hoop 't zal U behagen, Dat ik U met Eerbiedigheid, Myn Hof en Landspel, op kom dragen, Waar in de Deugd haar regt bepleit, Door looze laagen, laag vervallen; Kom zie haar klimmen op den troon, Zy zal met schoonder luister brallen, Zo haar, uw gunst word aangeboon. Ik kom op geen banket U nooden Heel dierbaar, 'k loop niet buiten raam, [pagina *3v] [p. *3v] Philemon, schaften voor de gooden Een schotel moes, 't was aangenaam, En 't wierd in dank van hun genomen. Versma myn klyn geregt dan niet, 'k Zal alles wel te booven komen, Zo my van U die gonst geschied. Ik eys niet, dat gy 't zult beschermen, Voor scherpe tanden van de nyd, Dat monster weet van geen erbermen Wyl 't altoos schuyfelt, schend, en byd, Laat vry de lettervitters knaagen, Den alderbotsten, wel het meest, Indien ik U maar kan behaagen, Blyf ik, die 'k ben voorlang geweest MYN HEER, UE. Dienstw. Dienaar W. van der HOEVEN Vorige Volgende