Het verloren schaap
(1947)–Han G. Hoekstra– Auteursrecht onbekend
[pagina 36]
| |
[pagina 37]
| |
Van morgen heb ik hem opgezocht.
Zijn moeder deed me open.
Ze zei: ‘Jij komt zeker voor Leo, hè,
kom maar mee,
zal je zachtjes lopen?’
Leo lag in bed en zag heel bleek,
het was net of hij veel kleiner leek
zo in bed met zijn nachtgoed aan.
Ik zei: ‘Dag Leo, word maar gauw beter,’
en hij zei: ‘Dag Peter,’
heel zachtjes,
ik kon hem haast niet verstaan.
Op een kastje naast zijn bed
waren allemaal drankjes neergezet.
Op straat scheen de zon,
een draaiorgel maakte muziek,
maar ik dacht alleen maar:
Leo,
Leo is ziek.
|
|