'Regel voor regel door tante Jo's "Winti"'
(1990)–Eddy van der Hilst– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Regel voor regel door tante Jo's ‘Winti’Eddy van der HilstNaar aanleiding van de tachtigste verjaardag van mevrouw Johanna Schouten-Elsenhout werd op 28 juli [1990] een puwemaneti ter harer ere georganiseerd in Theater Thalia. Het accent viel daarbij op de gedichten van deze grote dichteres, die door professor Jan Voorhoeve in zijn Creole Drum getypeerd wordt als de ‘Grandma Moses of Creole literature’. De inspiratie tot dit artikel ligt echter niet in de eerste plaats in het feit dat de avond zo bijzonder goed geslaagd is, maar in de verzuchting van iemand uit het publiek. Hij zei in de eerste plaats niet te weten, hoe een gedicht zo te lezen dat je er de schoonheid en diepe zin van kunt begrijpen. In de tweede plaats, dat het Sranantongo in de gedichten van Tante Jo zo moeilijk is. Om deze persoon en wellicht ook anderen te helpen bij het begrijpend lezen en verstaan van gedichten in het algemeen en de gedichten van Tante Jo in het bijzonder, heb ik het gedicht ‘Winti’ uit haar rijke oeuvre gekozen om het samen met de lezer voetje voor voetje te lezen. regel 1[regelnummer]
Winti
regel 2[regelnummer]
A swit' sewinti
regel 3[regelnummer]
d'e wai a branspen
regel 4[regelnummer]
te doro ini srananliba
regel 5[regelnummer]
e mek' mi yeye dyonko
regel 6[regelnummer]
a naki f' den plana
regel 7[regelnummer]
na sey matrosibroki
regel 8[regelnummer]
e boboy mi gebre
regel 9[regelnummer]
a lonwatra na mindri liba
regel 10[regelnummer]
d' e dray tron wan kolku
regel 11[regelnummer]
na mi ati lanpe
regel 12[regelnummer]
e broko mi dyodyo saka gi doti
regel 13[regelnummer]
mi winsi
regel 14[regelnummer]
wan nyun dey opo fesi
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
regel 15[regelnummer]
fu wiki mi kra
regel 16[regelnummer]
mek' a dyonpo na loktu
regel 17[regelnummer]
di a wit' sewinti
regel 18[regelnummer]
e feti f' sribi
Woorden die voor de lezer eventueel een probleem kunnen vormen:
Doordat de dichteres geen interpunctie gebruikt, moet deze door de lezer zelf aangevoeld worden. De indeling in zinnen die ik zou willen hanteren is de volgende:
Bekijken we deze vier zinnen van het gedicht dan zien wij dat de zinnen 1, 2 en 3 een beschrijving van een situatie weergeven, terwijl zin 4 een wens inhoudt: ‘mi winsi’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
regel 2[regelnummer]
De heerlijke zeewind
regel 3[regelnummer]
die vanaf Braamspunt
regel 4[regelnummer]
de Surinamerivier binnenwaait
regel 5[regelnummer]
doet mijn geest knikkebollen
regel 3: In vroegere tijden werd Braamspunt als de grens van al wat Surinaams was, gezien. Dit kwam onder andere tot uiting in de uitdrukking, die door lieden die de waarde van het Sranantongo niet onderkenden, gebruikt werd. Ze vroegen steeds: ‘Te pe yu man doro nanga Sranantongo?’, waarbij zij dan ook meteen het antwoord gaven: ‘Te na Branspen!’
regel 4: De Surinamerivier, als de belangrijkste rivier van Suriname, immers Paramaribo, het hart van Suriname, ligt hieraan, is het beeld voor Suriname als geheel.
regel 3-4: Er is dus iets dat van buiten Suriname (vanuit zee, of misschien vanuit het buitenland?), Suriname binnendringt.
regel 2: Dat iets is de heerlijke zeewind: ‘a switi sewinti’. Het komt van zee, met andere woorden van ergens buiten het land, buiten Suriname. ‘Switi sewinti’: de heerlijke zeewind, de zeewind die weldadig aandoet. Uit het feit dat er niet staat ‘wan’, maar ‘a’, blijkt dat niet de zeewind in het algemeen bedoeld is, (‘wan switi sewinti’) maar dat het om een bepaalde voor zowel de schrijfster als de lezer bekende zeewind gaat (‘a switi sewinti’). Aangezien er in ons land niet verschillende soorten zeewinden bestaan, zal ‘sewinti’ figuurlijk opgevat moeten worden. De informatie is echter tot en met regel 4 niet toereikend om hierover een uitspraak te doen.
regel 3: ‘E’ in ‘di e way’ geeft aan dat het waaien aan de gang is en eventueel doorgaat.
regel 5: Deze regel geeft aan wat het gevolg is (‘meki’) van deze ‘switi sewinti’. Als wij de bijzin (regel 3-4) weglaten dan luidt de zin: ‘A switi sewinti’ (regel 2) ‘e meki mi yeye dyonko’ (regel 5). ‘E’ in ‘e meki’ geeft aan dat de gevolgen voortduren, dat de zeewind nog steeds iets laat gebeuren: knikkebollen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Mi’ in ‘mi yeye’ kan slaan op de dichteres. Het kan ook zijn dat zij zich als personificatie van de Surinaamse natie ziet. In het laatste geval gaat het dan niet om haar geest, maar om the spirit of the nation, de kracht van de natie. De geest van de dichteres of the spirit of the nation knikkebolt, is niet meer alert om goed te reageren op wat er om hem heen gebeurt. Echter, omdat er niet staat ‘e dyonko’, wat zou betekenen: ‘aan het dommelen zijn’, maar ‘dyonko’ zonder ‘e’, moet de conclusie getrokken worden dat het knikkebollen niet meer aan de gang is, maar dat het reeds een toestand is, met andere woorden de slaap is al ingetreden: de geest van de schrijfster of the spirit of the nation is tengevolge van iets dat van buiten Suriname komt en Suriname binnendringt, in slaap gevallen, ontkracht. regel 6[regelnummer]
Het klotsen van de golven
regel 7[regelnummer]
bij de Marinetrap
regel 8[regelnummer]
wiegt mijn gebre in slaap
regel 7: In vroegere tijden was ‘matrosibroki’ de plaats waar gouverneurs en/of leden van het koninklijk huis in Suriname aan land kwamen en werden verwelkomd. Het wordt nu duidelijk dat ‘het iets van buiten Suriname’ uit Nederland komt en dat het kennelijk veel gezag, macht, invloed moet hebben, naast de weldaad die het volgens regel 2 reeds bezit. ‘Sewinti’ zal dus inderdaad in figuurlijke zin opgevat moeten worden.
regel 6: ‘Plana’: een soort golf die in tegenstelling tot de woeste ‘skwala’, geen schuimkop heeft en dus niet raast of kabaal maakt. Het is de rustige kabbeling van het water, dat zachtjes tegen de glooiing aanbotst en daardoor de hoorder niet alleen slaperig en dromerig maakt, maar ook houdt. Dit klopt ook als wij letten op de volgende regel.
regel 8: ‘E boboy mi gebre’. Ook hier treffen we bij ‘boboy’ een ‘e’ aan: dus het wiegen gaat door. ‘Gebre’: een ‘tigriwinti’, die kracht bezit en erom bekend staat alles te vernietigen wat hij op zijn weg tegenkomt en wat hem verhindert zijn doel te bereiken. ‘Mi’ in ‘mi gebre’ kan evenals ‘mi yeye’ in regel 5 opgevat worden als de helper (‘winti’) van de dichteres zelf of, als de dichteres zichzelf als de personificatie van de Surinaamse natie ziet, als de helper van de natie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
regel 6-8: Nu is het dan niet de geest van de dichteres of the spirit of the nation die in slaap is gevallen (regel 5) maar een van de krachtigste helpers die de mens van Anana (God) heeft ontvangen. Het zou ‘gebre’ moeten zijn, die de dichteres of de Surinaamse natie zou moeten bijstaan, om alle hindernissen uit de weg te ruimen, opdat zij als persoon haar doel of wij als natie ons doel zouden kunnen bereiken. Maar het zachte kabbelen van de golfjes wiegt deze helper in slaap: ‘e boboy mi gebre’. En als wij ‘gebre’ zien als het beeld van onze cultuur, dan staat er in regel 1-4 en 6-8: Het zachte kabbelen van de golfjes ten gevolge van de weldadige zeewind, die vanuit Nederland waait en Suriname binnendringt, wiegt onze helper (onze cultuur) in slaap en houdt hem (haar) in slaap. regel 9[regelnummer]
De stroming in het midden van de rivier
regel 10[regelnummer]
die tot een draaikolk wordt
regel 11[regelnummer]
bij de landingsplaats van mijn hart
regel 12[regelnummer]
haalt mijn beschermgeest neer voor de aarde
regel 9-10: Was er eerder sprake van een rustige stroming van de rivier, nu ontstaat er een draaikolk: een ronddraaiende stroom die alles wat in de buurt komt, met zich meesleept en de diepte inzuigt. Vergelijken wij de zinnen 1, 2 en 3, dan zien we het volgende: in zin 1 wordt in het algemeen iets gezegd over de Surinamerivier. In zin 2 gaat het over de oever en in zin 3 over het midden van de rivier. Tussen zin 2 en 3 zit er dus een tegenstelling: Al ervaren wij aan de oever (de oppervlakte, het uiterlijk), dat de golfjes die ontstaan zijn ten gevolge van ‘a switi sewinti..’. (regel 2-4) zachtjes klotsen tegen de glooiing (‘a naki fu den plana na sey matrosibroki...’ (regel 6-7), toch heerst er een geheel andere situatie in het midden van de rivier (in het binnenste, het innerlijk) ten gevolge van diezelfde ‘switi sewinti’, want
regel 9-10: ‘A lonwatra na mindri liba, di e dray tron wan kolku...’ Dit klopt als we letten op
regel 11: ‘Mi ati’, mijn hart, mijn innerlijk, het innerlijk van de mens. Ook hier kan ‘mi’ in ‘mi ati’ slaan op de schrijfster of op de Surinaamse natie. Verder is het hart de zetel van de gevoelens. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Lanpe’: aanlegplaats, steiger, daar waar men aan land komt. ‘Na mi ati lanpe’: daar waar men in aanraking komt met de gevoelens, daar waar men de gevoelens treft.
regel 9-11: Innerlijk worden haar/onze gevoelens constant (let op ‘e’ voor ‘dray’) meegesleurd in een draaikolk, die haar/ons opzuigt, hoewel uiterlijk alles rustig is. (regel 6-7).
regel 12: ‘Dyodyo’: de persoonlijke beschermgeest, die de mens moet beschermen tegen alle kwaad en gevaar en hem ten goede moet leiden. ‘Mi’: de schrijfster zelf of de schrijfster als personificatie van de natie.
regel 9 + 12: ‘A lonwatra na mindri liba e broko mi dyodyo saka gi doti’. Deze draaikolk (ook een gevolg van ‘a switi sewinti’) die ons meesleurt en opzuigt, brengt niet alleen onze gevoelens in verwarring, maar haalt onze beschermgeest ook constant tot de grond toe neer. Dat het constant gebeurt, kan men merken aan de ‘e’ voor ‘broko’. regel 13[regelnummer]
Ik hoop
regel 14[regelnummer]
dat er een nieuwe dag aanbreekt
regel 15[regelnummer]
om mijn geest te wekken
regel 16[regelnummer]
opdat hij in de lucht zal springen
regel 17[regelnummer]
(mijn geest) die de heerlijke zeewind
regel 18[regelnummer]
met alle macht in slaap tracht te krijgen.
regel 13: ‘Mi winsi’: Hier is de dichteres als persoon aan het woord. Al het voorgaande (regel 2-12) overziend, spreekt zij een wens uit. Echter als haar geest in slaap was gevallen (regel 5), haar helper in slaap gewiegd werd (regel 8), als haar gevoelens in verwarring waren gebracht (regel 10-11) en haar beschermgeest zo teneinde was neergehaald (regel 12), dan zou zij niet in staat geweest zijn nog een wens uit te spreken. ‘Mi’ in ‘mi yeye’, ‘mi gebre’, ‘mi ati lanpe’ en ‘mi dyodyo’ moeten dus wel opgevat worden als de ‘yeye’, de ‘gebre’, de ‘ati lanpe’ en de ‘dyodyo’ van de Surinaamse natie. En wat de wens betreft: Er staat ‘mi winsi’ en niet ‘mi e winsi’ of ‘mi sa wins’i, dit omdat de wens niet bij de dichteres opkomt (‘e’), of omdat zij de hoop zou willen hebben (‘sa’), maar omdat deze wens voor haar compleet is, en hetgeen zij wenst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor haar zo werkelijk is dat zij in regel 14 geen ‘sa’ (‘wan nyun dey sa opo fesi’) gebruikt maar in feite doet alsof de nieuwe dag al aangebroken is (geen ‘ben’, geen ‘sa’, geen ‘e’).
regel 14: ‘Wan nyun dey’: een nieuwe dag. Na de donkere nacht volgt de gloednieuwe dag met haar licht. De dichteres hoopt dus dat de donkere nacht waarin wij als natie leven en die beschreven is in regel 2-12, tot het verleden behoort en dat er een nieuwe dag, een nieuwe tijd aanbreekt.
regel 15: En wat er op deze nieuwe dag moet gebeuren? De ‘kra’ van de Surinaamse natie, de eigen-ik van de natie, met andere woorden het zelfrespect van de natie moet gewekt zijn, moet opbloeien.
regel 16: ‘Meki a dyonpo na loktu’: opdat de ‘kra’ in de lucht springt, zich dus laat zien en zich laat gelden, opkomt voor zijn recht, dat hem kennelijk is ontnomen. Let op dat er staat ‘dyonpo’ en niet ‘e dyonpo’, met andere woorden: voor de schrijfster is het al een feit.
regel 17-18: ‘Feti fu’: alle moeite doen om. ‘Sribi’: in slaap maken, iemands aandacht doen verslappen, afleiden. De heerlijke zeewind doet volgens de dichteres alle moeite om de ‘kra’, het eigen-ik, het zelfrespect van de natie in slaap te maken, af te leiden. Ook hier met ‘e’.
regel 14-18: In deze regels komt dus de wens van de dichteres als een vaste overtuiging naar voren, dat er een nieuw tijdperk zal aanbreken, waarin de natie vanuit haar zelfrespect zal opkomen voor haar recht. Een recht dat de weldadige zeewind haar op alle mogelijke wijzen probeert te ontnemen.
regel 2-18: Waar het in het gedicht dus om gaat is, dat de dichteres constateert dat er een zeer bepaald iets, ‘a switi sewinti’, vanuit Nederland Suriname binnendringt en de natie totaal verlamt. Hoewel de natie uiterlijk rustig en vredig is, is zij echter innerlijk hierdoor in verwarring gebracht en zonder hulp of bescherming. Maar de dichteres draagt de vaste overtuiging dat de natie dit te boven zal komen, door haar strijd tegen ‘a switi sewinti’. Onopgelost blijft echter wat dit zeer bepaalde iets, ‘a switi sewinti’, nu eigenlijk is. Een houvast biedt de tijd waarin dit gedicht geschreven is. Dit is tussen 1963, het jaar van de uitgifte | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de bundel Tide ete en 1965, het jaar waarin ‘Winti’ in de bundel Awese is verschenen. Deze tijd werd getypeerd door geld uit de ontwikkelingshulp (onder andere het Tienjarenplan), waarbij men in een soort roes verkeerde, dat tengevolge van deze ontwikkelingshulp en de ontwikkelingsprojecten Suriname in een paradijs van welzijn zou veranderen. ‘A switi sewinti’ heeft dan te maken met de invloed van Nederland door middel van de ontwikkelingshulp op het zelfrespect van ons als Surinamers. En wat de titel (regel 1) betreft, die is nu voor verschillende uitleg vatbaar. Slaat ‘Winti’ op ‘a switi sewinti’, slaat het op de ‘winti’ die wij dansen voor deze (ex-) koloniale heerser vanuit onze onderworpenheid, of slaat het op de razernij die de dichteres vindt dat zou moeten uitbreken tegen deze vernederende onderwerping? Het antwoord hierop ligt bij u! |
|