Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)(1859)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Lentelied van Mirza-Schaffy. Bodenstedt. Als de lente berg en dalen siert, En de zonnestraal het ijsel dooit, Als het loover om de boomen zwiert, 't Eerste bloempjen uit der aarde bloeit; Als in dal en wei Eenmaal is voorbij Droeve regentijd en windgeschrei, Klinkt het blij van toon, Immer hoog en wijd: O, hoe wonderschoon Is de lentetijd! Als de zonnegloed den sneeuwberg lekt, En de borre van de bergen springt, Alles zich met jeugdig groen bedekt, En het lustgedreun der wouden zingt; 't Windje, lief en lauw, Geurt der weiden dauw, [pagina 16] [p. 16] Wen de hemel lacht zoo rein, zoo blauw, Klinkt het blij van toon, Immer hoog en wijd: O, hoe wonderschoon Is de lentetijd! Was 't niet ook in mijnen lentetijd, Dat uw hert zich in mijn herte sloot, En ik dan van u, o schoone meid, D' eersten heeten liefdekus genoot? - Die mijn ziel doordrong Wen de borre sprong, En het woud van lust en minne zong, Zoet en blij van toon, Immer hoog en wijd: O, hoe wonderschoon Is de lentetijd! Vorige Volgende