Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] LXXXII. - Segher Kortrijksaan. 1337 Een man, een man, en een wijze man, Ja een man zeer oud van jaren, Had toch het schoone land, Vlaanderland zoo lief! Maar is er zeer slecht om gevaren. De Graaf, de Graaf, en de vlaamsche Graaf, En kon 't volk, zijn volk niet dulden; Maar vreemd gezang en spel Werden hoogvereerd! Aldus stak hij zijn land vol schulden. Een man, een man, en een wijze man, Segher Kortrijksaan geheeten, Heeft moedig 't slecht gedrag Aan den boozen Graaf, Aan Mijnheer van Vlaandren verweten. De Graaf, de Graaf en de booze Graaf, Op 't kasteel van Rupelmonde, Zag toornig, ongemoed, Neer op Kortrijksaan, - Hij had 't zwart geweten vol zonden. De man, de man en de wijze man En kon geen gehoor verwerven; Voor open hart en woord Werd hij vastgezet; Voor zijn Vlaandren ging hij nu sterven. [pagina 74] [p. 74] O Graaf, o Graaf, o gij booze Graaf, En kent ge niet Artevelde? 't Is Segher's boezemvriend. Hoor, hij komt, hij komt, En trekt tegen u thans te velde. O Graaf, o Graaf, o gij booze Graaf, En kent gij niet Englands koning? 't Is Segher's boezemvriend. Hoor, hij komt, hij komt, En hij jaagt u uit hof en woning. O Graaf, o Graaf, o gij booze Graaf, En kent ge niet Vlaandren's herte? Dat Segher eert en mint, U veracht en haat! En kent ge niet Vlaandrens herte? Vorige Volgende