Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XLIX. - Gevonden. Zwijg nu stille, kindje, stille, Dat geen toontje stijge, trille. 't Kon het schuwe muschje storen, Dat zou vluchten tegen wille, Wijl het voedsel zoekt, verloren In de sneeuw zoo dik en kille. Strooi de kruimels mild in 't ronde; Zie, het scharrelt, pikt ten gronde, Vindt ze, tjirpt en roept te vrede Zijnen vriend... indien het konde., 't Deelde aan elken vogel mede; Want het juicht: ik heb gevonden. Vorige Volgende