Emblemata. Vol-sinnighe uytbeelsels(1615)–Zacharias Heyns– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 72. Fide, sed cui vide, Een brandend herte moecht ghy in mijn hand aenschouwen, Een teecken dat ick ben genegen om betrouwen Met uytgestrecten arm die niet te rugge deyst Gelijck de liefde dat van yder een vereyst, Daer neuen siet ghy noch in dees mijn hand een ooge Die wacker openstaet, een teecken dat ick pooge, Te sien aen wien dat ick betrouwe voor een vriendt, Want licht betrouwen ons oock ganslijck niet en dient. Vorige Volgende