voor, wanneer de apen in de boom zaten ze de takken flink schudden, zo dat er een regentje van droge takjes en takken naar beneden viel.
Stoorde de klimmende man zich niet daaraan en de apen merkten, dat het bombardement niet hielp, dan volgde een regen van urine, die de kwatta's in tussen-pozen produceerden.
Soms is dat, dan een zeer hachelijke situatie voor de klimmer. Dit gedrag vinden we niet bij andere aapsoorten in Suriname, alleen de slinger-apen of kwatta's doen dat.
Niet tegenstaande het feit, dat deze apen de mens overigens geen schade berokken, is de mens de grootste vijand van de slinger-apen of kwatta's.
Daarom ook, als deze schepselen van het bos, hun grootste vijand, de mens, opmerken vluchten ze direkt, waarbij hun staart vlug slingerent om de takken vastgrijpend het ongeholpen lichaam mee voort-trekken.
Als slinger-apen geschoten zijn en niet direkt dood gaan, blijven ze vaak nog een poos met hun staart aan de boom bengelen.
Ook als hij dan dood is valt de kwatta niet eerder van de boom, dan tot zijn lichaam tot ontbinding overgaat.
Wanneer de kwatta zit heeft hij een eigenaardige houding, die verschilt van alle andere apen in Suriname. Hij leunt met zijn borst tegen de opgetrokken knieen, de kop wordt naar omlaag gebogen, zo dat de schouders het hoogste punt van het lichaam vormen. Daarbij ligt de staart gebogen om de voeten en de armen liggen soms voor de voeten of zijn gekruist.
De jonge slinger-apen of kwatta's omhelzen de moeder stevig en worden zo overal mee rond-gedragen. Ook als de moeder dood geschoten is, blijft het jonge aapje de moeder innig omhelzen en laat haar niet los.
Jonge slinger-apen hebben geen rose gezicht als de volwassen aap, maar het gezicht is meer donkerkleurig. Het lichaam is bij de jonge dieren ook meer kaal behaard.
In gevangenschap worden deze apen zeer aanhangkelijk. Kinderen die geregeld met hun spelen, tegen hen zijn de apen echt speels en aanhangelijk. Zouden de kinderen voor een dag