Verdediging bij bid - sprinkhanen (Mantidae)
Als er gevaar dreigt of iets tegen een bidsprinkhaan aan komt of haar wil grijpen. Dan richt de vrouwelijke bid-sprinkhaan zich op zijn 4 poten op.
Het achterlijf wordt in een kromme houding naar boven opgericht.
De vier vleugels recht-opstaande open gespreidt en stijf opstaande gehouden.
De hals en kop worden tegen de recht opstaande vleugels aangedrukt, waarbij de voorste paar poten (vang-poten), plat opengespreidt naast de recht opgerichte hals, worden aangedrukt. De vlekken tekening van de vangpoten, vormen dan een maskerachtig uitzien.
Bij elke beweging van de aanvaller op de vrouwelijke bid - sprinkhaan, beweegt zij het achterlijf op en neer en schuurt daarbij langs de aders van de achtervleugels, die waaier-vormig uitgespreidt, oprecht gehouden worden.
Bij deze handeling hoort men een duidelijk snerpend geluid. En ook met de kaken van de bek wordt een kort knetterd geluid gemaakt.
Zo weert het bid-sprinkhanen-wijfje zijn vijanden af die haar willen aanvallen.