Blad beschadiger en bloem-bestuivers bij de tabak (Nicotiana tabacum. L.)
Zodra de tabaksplant een hoogte heeft bereikt van meer dan een halve meter. Heeft de plant zeer veel last van rupsen vraat. Deze rupsen beschadigen de tabak-bladeren dermate, waardoor het blad volkomen ongeschikt wordt als dekblad voor de sigaren-makerij. Voorts ook voor de gewone rook-tabak.
Daarom wenst de tabak-industrie de gevreten bladeren van de tabak niet.
De veroorzaker van dit euvel is een nacht-vlinder. En wel de NACHT- SCHADE-PIJLSTAART (Protoparce paphus. L.), die tot de familie van de Pijlstaarten behoort.
Deze nacht-schade-pijlstaart begint in de vooravond om over zessen te vliegen als het schemer-donker wordt. Zo vliegt de vlinder de hele nacht door tot vijf uur in de ochtend.
De vlinder legt het gladde, ronde, lichtgroen gekleurde ei steeds OP de bladeren van de plant. Nooit worden de eieren in een klontje bijelkaar gelegd, maar altijd enkel en afzonderlijk op de plant. De vlinder begint reeds om over zessen zijn eieren te leggen en dat doet het de hele nacht door tot over vier smorgens.
Acht dagen nadat het ei gelegd is, verlaat het creme gekleurde heel kleine rupsje het ei. Om na ongeveer 3 weken gevreten te hebben, de rups uitgroeit tot 10 cm lengte.
De rups ziet dan zee-groen gekleurd uit met vier zijdelings schuinlopende, korte witte strepen. Een vijfde witte lange schuinlopende streep, loopt door naar het lichaams eind, waar een gebogen paars horente zich bevindt.
Als de rups volgroeit is tot 10cm, dan gaat de rups in de grond ongeveer 7cm diep en verpopt daar tot een spilvormige, donkerbruine, 5cm. lange pop.
Zestien dagen na de verpopping verlaat de vlinder omstreeks 10 uur savonds de pop. Om daarna de lucht in te vliegen.
Het is opmerkelijk, dat in een tabaks-aanplant, wanneer deze in bloei staat, de bloemen zeer zelden door de nacht-schade-pijlstaart worden bezocht. Doch dat een van de meest voorko-