Op en in een waterval
Groen begroeit met grote en kleine koemaloe nja-njang en dangwierie-planten, bruist het water tussen en over de donkere rotsblokken.
Op het oever zitten op de bladeren en droge twijgjes libellen met rood getekende vleugels uit te rusten. Om na korte rust weer op te vliegen.
De blauwe menelaus-vlinder wiekt af en toe over de val, om het andere oever te bereiken. Op het zandoever (wanneer dit aanwezig is) brengen nachtzwaluwen, op het zand zittend naast een struik, hun rust door.
Verschillende bonte vlinders vliegen langs het oever-struikgewas, waaronder vaak de zwarte met witte strepen getekende Heliconia-vlinder (Heliconia alba).
Bijen en wespen in kleur en tekening, bezoeken de bloeiende struiken en lianen langs de waterval.
En ook zoetwaterkrabben, bruin en onbehaard, wandelen tussen de stenen in het stromende water van de waterval, op zoek naar voedsel.
Vele soorten mieren wandelen langs het oever of op de vegetatie, voor voeding en het onderhoudmateriaal van hun nesten.
De 60 cm groot wordende zilverwitte, met een oranje borst gekleurde Koemaloe-vis, vreet van de begroeiing van de stenen in de waterval. Hetzelfde doet ook de donkerzwart-bruine met rose gekleurde Pakoe, in de vallen van de bovenstroom van de rivieren.
Tallen Harnas-meervallen of basja-kaakakoe brengen met hun plat lichaam het leven door op de zandige bodem van de stroomversnellingen en vallen, terwijl de kakaakoe, ook een pantsermeerval, aast op de begroeiingen van de steenrotsen.
Onder de stenen houden zich de 15 cm groot wordende Adingogarnalen op. Om na zijn prooi gevangen te hebben, vlug terug schietend, zich onder de stenen in het water beschermd te verbergen.