Hij klimt, evenals de tijgerkat, gemakkelijk in bomen. De Jaguar zwemt uitstekend. Hij is een goed visser, met een poot slaat hij de voorbij zwemmende vissen uit het water. De Surinamers geven hem de naam Pakiratigrie; deze naam verraadt meteen zijn lievelingsgerecht.
De Zwarte spinaap of Kwatta leeft in groepjes van 6 tot 10 stuks.
De grijpstaart wordt als vijfde hand gebruikt. Merkwaardig is dat aan zijn hand de duim ontbreekt. Het voedsel bestaat uit boombladeren en vruchten. Ze zijn van nature erg nieuwsgierig en gooien soms ook boomtakken naar de mensen aan de voet van de boom waarop ze zitten.
Brullen doet de brulaap op een imponerende manier. De oudste man, die men domrie of dominee noemt, geeft bij het brullen begin en het eind aan. Het middelste stuk van het tongbeen is uitgegroeid tot een benige trommel. Het voedsel bestaat uit boombladeren, vruchten, eieren en jonge vogels.
De Halsband peccarie of pakira leeft in groepjes van 10 tot 15 stuks.
In het bos is aan de sporen duidelijk waar te nemen, wanneer deze aan de varkens verwante dieren, langs geweest zijn. De hele grond is dan omgewoeld. Met de leider voorop, zoeken zij de hele dag naar vruchten, wortels, wormen en hagedissen.
De Grote miereneter of tamanoewa is een dier, dat men zowel in het bos als langs de zwampen (moerassen) tegen kan komen. Met zijn grote voorpoten graaft hij de draagmierennesten (Atta spec. spec.) open, om meteen zijn kleverige tong in de wriemelende mieren massa te steken. In een maal worden er honderden mieren door de kleine mondopening naar binnen gehaald. Een volwassen exemplaar wordt met staart al ruim 2.10 meter lang.
De Tapier of Bofroe is het grootste zoogdier in Suriname. Neus en bovenlip zijn verlengd tot een slurfje. Het zijn blad schors en vruchten-eters. 's Avonds en 's nachts gaan ze ook op uit om voedsel te zoeken. Overdag rusten ze wat of nemen graag een bad, liefst in helder stromend water. Ze vangen ook vissen.