Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brand-spuiten, en haare wyze van brand-blussen, tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde
(1968)–Jan van der Heyden– Auteursrechtelijk beschermdEerste hoofdstuk. Van de Emmers, Leeren, Haken en Zeylen.DE leere Brand Emmers, en Ladders waar langs men de zelve na boven op de Daaken en 't hoogste van de huizen opgeeft, zyn wel de outste en gemeenste blus gereedschappen, en die men byna overal in groot getal vind. Waar by de Zeilen en Brand haaken (in de volgende Figuur by O. en P. afgebeelt) zyn bygevoecht: d'eerste om de bystaande huizen mede te dekken en voor 't aanslaan van de vlam en 't vliegen van vonken te beveiligen; en de tweede om deurbraak en afsnyding in aan-een gehechte gebouwen te maaken; daar toe men mede op veel plaatzen Buskruit, als een vaardiger middel, gebruikt, en de huizen doet opspringen. 't Voornaamste, daar in deeze te kort schieten, is, datze niet waater genoeg konnenGa naar margenoot+ aanbrengen: 't welk geschiet langs dubbele ryen volk, daar af d'eene zy de volle en d'andre de ledige Emmers overgeeft; waar by het zelve noch grootdeels onderweeg plengt en stort. Wanneer de quantiteit van waater, die men by ervarentheit ondervind dat vereist word om de branden zeeker te konnen blussen, (en die ook altyt met de nieuwe Slang spuiten in den brand word gebracht) vergeleeken word met het water dat men, zonder aanmerking van 't storten,met Emmers kan overgeven. bevind men datter vereischt worden achtien dubbele, of ses-en-dertig enkelde ryen volk, van de waterkant af tot by het brandende huis, of wel tot op de daaken van de buurhuizen, gerangeert te staan. En, zo men't storten en lekken mede aanmerkt, waar by deurgaans ruim het halve water verloren word, zou men't getal der ryen noch moeten verdubbelen. Maar hoe weinig moogelyk het is, zo onendelyk veel menschen en Emmers, als hier toe van noden zyn, by der hand te krygen, en inzonderheit in die verlegentheid, terwyl de Brand vast zyn gang gaat, zich aan alle kanten uitspreit, en elk met zyn goederen te bergen bezig is, in ordre te brengen en te houden, kan men zeer lichtelyk uitdenken. Voor eerst zyn'er by na geen straaten breet genoech om 't vierde deel van het gemelde getal ryen en menschen, in ordre staande, te konnen bergen. Ten tweeden, konnen op de daaken nauwlyks twee of drie ryen, naâ genoeg by den Brand geplaatst worden, om dezelve met gieten te bereiken. En ten derden, vereister zo veel tyd en moeite om 't zelve in ordre te brengen en 't geen 'er in gebracht is word zo dikwils door 't vluchten van goederen, en 't aanbrengen van meerder Ladders, Haaken en Zeilen wederom overhoop geworpen, dat, gelykwe deurgaans by de branden gezien hebben, men zich zeer wel hadde geweert als 'er twee of drie ryen volk in ordre waaren gebracht; zonder datz'er echter by na ooit bestendig in te houden waaren, en dat middelerwyl de branden te zwaar en groot wierden omze met Emmers te blussen; als wanneer men zyn toevlucht tot het dekken en omverhaalen van huizen moest neemen, of wel dezelvet ot aan dwarsstraaten en dubbelde muuren laaten voortgaan. | |
[pagina *2]
| |
[pagina 3]
| |
Een tweede, en mede geen geringe zwaarigheit, is, dat het waater met gieten nietGa naar margenoot+ veer genoeg kan geworpen worden, om den brand te treffen. De hette van de vlam, inzonderheit wanneerze ten dak en vensteren uitslaat, en de zwaare rook, laten niet toe dat men zich dicht genoeg aan 't vuur plaatst: en gevolglyk kan men niet anders als de buitendeelen, en nooit het zwaarste van den brand, bereiken; 't welk voornamelyk beneden de wind, daar rook en vlam na toeslaat, en daar derhalven de meeste tegenweer vereist, noch de grootste verhindering geeft. En zeer dikwils gebeurt het daar-en boven, dat, of het brandende huis hooger staat als de omstaande huizen, of dat het zelve, met tusschenplaats, daar van is afgescheiden, of datter andre toevallen zyn die nieuwe verhinderingen aanbrengen. Maar, schoon het ongeval op de voordeeligste wyze voorvalt, 't heeft echter zeet weinig voordeel in dat hier en ginder een deel half ledig gelekte Emmers, in de buitenste deelen van den brand, worden gegoten, die wel haast door de hette van 't vuur wederom opdroogen; want nooit kan men 't midden van den brand, ten zyze zeer klein is, bereiken. En 't schynd derhalven zo vreemd niet, dat men endling gemeenlyk zyn toevlucht moet neemen, tot het om-ver haalen van huizen en geevels, en 't maaken van afsnydingen met Brand-haaken en Buskruit; noch ook dat de zelve zo algemeen in 't gebruik zyn geraakt, dewyl men zonder die, hoe schadelyk zy zyn, niet machtig is de Branden te stuiten. Tot wegneming van het eerste gebrek, te weeten, datze niet water genoeg konnenGa naar margenoot+ aanbrengen, wetenwe niet dat voor heen ooit middelen zyn aangewend; maar tot verbetering van het tweede, namelyk dat het water met gieten niet ver genoeg in den brand kan worden gebracht, zyn voor omtrent 40. jaaren, zeker slag van Spuiten uitgevonden, en op zeer veel plaatzen ingevoert; die evenwel niet veel verbetering hebben aangebracht. |
|