Zinspeelende liefdensgezangen

[p. 38]

Liefde voert ons opwaards.

O zuiver Beeld! ô zuiver Beeld! die met uw mórgen-

glan - - - - - sen Myn zie - - - - l ontsluit, En

opwaards voert En opwaards voert na Sion's Hemel-

tran - - - - - - - - sen, Gely - - - - - k een

Bruid Die met - - haar' gloe - ten pragtige eersieraa - - -

den Het Di - - aman - t Verdoof - d, voor 't lich - t van

haa - - re Fees - tgewaaden, ://: Dat hel - - - der brand. ://:

[p. 39]

Liefde voert ons opwaards.

O zuiver Beeld! die met uw mórgenglansen

Myn ziel ontsluit,

En opwaards voert na Sions Hémeltransen,

Gelyk een Bruid

Die met haar gloet en pragtige eersieraaden,

Het Diamant

Verdoofd, voor 't licht van haare Feestgewaaden,

Dat helder brand.

Hoe lieflyk staat zy in haar schoon te pronken!

En weet door min

Góds dienaars al op 't allerzoetst t' ontvonken;

O Minvorstin!

Gy hoog en ryk gezételd op Góds troonen,

Daar d'Eng'lenwagt

U als haar Bruid met zégenwensen kroonen,

Zo hoog geacht.

O Konings Bruid! verlicht my met uw' straalen,

En laat myn Hart

Op al uw schoon in vollen luister praalen,

Waardoor ik tart

Al 't Ondermaans, hoe hoog en ryk van waarde;

Daar gy alleen

My opwaards voert; zo zal ik van deeze aarde

Na Jézus treên.