Zinspeelende liefdensgezangen(1741)–Willem Hessen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Liefde verlangt na boven. ô Hoe schoon staat gy hier bo - - - - ven, Myn Konings Bruid in Jézus ho - - ven En blaa - - st een Liefde geuralom Alles buigd daar voor uw straa - - - - len Gods Eng'len ziet men vrolyk daa - - len, En zwee - - ven in uw heiligdom! Daar zy verheug - - - d en schoon Omhelzen uw geboon En - - - - uw - eeren ://: Daal Konings Brui - - - d Met zoet ge- lui - - - d Dat zelf de vreug - - - d ten Hemel stuit. ://: [pagina 29] [p. 29] Liefde verlangt na boven. 1. O hoe schoon staat gy hier boven! Myn Konings Bruid! in Jezus Hoven, En blaast een' Liefdegeur alom; Alles buigt daar voor u straalen; Góds Eng'len ziet men vrolyk daalen En zweeven in uw Heiligdom, Daar zy verheugd en schoon Omhelzen uw' Geboon, En u eeren. Daal Konings Bruid, Met zoet geluid: Dat zelf de vreugd ten Hémel stuit. 2. Ja myn Ziel! spring op met lusten: Om eenmaal in uw' schoot te rusten, Daar 't al van Liefde blaakt en brand. Liefde komt Góds Zoon t'omarmen. En Liefde smelt zelf door 't verwarmen In straalen van Góds Diämant, En schiet door 't zonnewoud Een vuur van eeuwig Goud, Langs de wanden, Waarin het al, Smaakt Hémelval, En vrolyk juicht met zoet geschal. 3. Dan staan zelf Góds Troonjuweelen Het eeuwig Lóf en prys te speelen. Dan buigt voor Liefde 't alles neêr. Dan zal Liefde Triumfeeren, O! ieder moet Góds Liefden eeren, Als 't puik van haare Zielsbegeer: Om in de minnegloed Te werden opgevoed, En te zingen Voor 's Konings Bruid, Met zoet geluid, Dat zelf alom de weêrklank stuit. Vorige Volgende