Nederlandsche spraakkunst(1892-1896)–C.H. den Hertog– Auteursrecht onbekendHandleiding ten dienste van aanstaande (taal)onderwijzers Inhoudsopgave [Deel I] Voorbericht. Inleiding. De leer van den enkelvoudigen zin. Vorm en beteekenis van den zin. De deelen van den zin. Het gezegde. Het onderwerp. Voorwerpen. Bepalingen. Bijvoeglijke bepalingen. Bijwoordelijke bepalingen. Bepalingen van gesteldheid. Bijzonderheden. Proeven van zinsontleding. Aanhangsel. [Deel II] Bij den tweeden druk. Inleiding. De leer van den samengestelden zin. Nevenschikking en onderschikking. Nevenschikkend zinsverband. Aaneenschakelend verband. Tegenstellend verband. Oorzakelijk verband. Samentrekking. Onderschikkend zinsverband. De indeeling der bijzinnen. Onderwerpszinnen. Gezegdezinnen. Voorwerpszinnen. Bijvoeglijke bijzinnen. Bijwoordelijke bijzinnen. Proeven van zinsontleding. Aanhangsel. [Deel III] Voorbericht. Inleiding. [De leer der woordsoorten] Het woord in het algemeen. Zelfstandigheidswoorden. Bijvoeglijke of adnominale woorden. Werkings- of toestandswoorden. Bijwoordelijke of adverbiale woorden. Betrekkingswoorden. Woorden buiten het zinsverband. Aanhangsel.