7 januari 1931: Ritter aan Alie van Wijhe-Smeding:
Hooggeachte Mevrouw van Wijhe Smeding,
Bijgaand doe ik U het manuscript voor Uwe rede op Zondag 18 dezer weer toekomen. In dezen vorm kan ik er mij geheel mee vereenigen.
Met hoogachting en beleefde groeten,
P.H. Ritter Jr.