27 juli 1930: Menno ter Braak (‘Tijd. adres: Eibergen’) aan Ritter:
Zeer Geachte Heer
Door dezen neem ik de vrijheid, U mede te deelen, dat ik het op prijs zou stellen eens een spreekbeurt te vervullen voor het AVRO-Boekenhalfuurtje. Men zeide mij, dat ik mij hiervoor tot U had te wenden. Mocht U aan mijn verzoek willen en kunnen voldoen, dan zou ik U als voorkeur-onderwerp voorslaan ‘Das Leben der Autos’ van Ilja Ehrenburg. In de hoop, dat mijn schrijven U niet als een onbescheidenheid zal voorkomen, en in afwachting van Uw antwoord, met de meeste hoogachting Menno ter Braak.
Op de brief staat in handschrift van Ritter: ‘Bëantwoord: 28 Juli 1930. Gaarne de eerste vrije beurt in het najaar. Vóor September schrijf ik nadere bizonderheden.’