gemaakt wordt, weet men tenminste hoe een denkbeeld in
bewegende foto's, dialoog en muziek gerealiseerd moet worden en dat moet je weten om iedere
film te kunnen maken, ook de meest avantgardistische.
- Adriaan Ditvoorst heeft je novelle Paranoia verfilmd. Hoe denk je daar over?
- Hij heeft begrip voor de atmosfeer van mijn verhalen, daarom heb ik ingestemd met die verfilming.
De fotografie van Jan de Bont is prachtig, de muziek van Marco Klein is heerlijk, het spel van
Pamela Rose is bijna onbegrijpelijk goed, als je ziet hoe houterig en onovertuigend er in andere
Nederlandse films wordt geacteerd. Een tekortkoming van de film lijkt me dat Ditvoorst op
sommige plaatsen bijna alle dialoog heeft weggelaten, waardoor de acteurs erbij staan zonder tekst.
- Meer dialoog dus?
- Misschien, misschien niet. Een grote handicap in ons land is ook dat zo weinig mensen in staat zijn
een dialoog op een overtuigende manier uit te spreken. Dus dan denk je, laat ze maar zo weinig
mogelijk praten. In ieder geval is Ditvoorst's film heel mooi om te zien. En het is de meest morbide
film ooit in Nederland vervaardigd.
- Nog meer bezwaren tegen Nederlandse films?
- Nederlanders denken ongaarne in symbolen. Daardoor deugt de constructie van Nederlandse
films, toneelstukken en romans meestal niet en worden ze vervelend. De meest banale Amerikaanse
cowboy-film is boeiend omdat de constructie goed is. De Nederlander, verstokt naturalist, puritein
en estheet, denkt dat een film automatisch banaal wordt als je voor een goede constructie zorgt.
- Een lekker verhaaltje?
- Dacht ik het niet? Nee, er zit meer aan vast. Ik versta er onder: expositie, repetitie, dosering en
ritme. Geen kunstenaar mag opzettelijk vraagtekens scheppen. Vraagtekens ontstaan wel
automatisch, ook bij het helderste exposé, of beter: juist dan. Dat zijn de ware vraagtekens die het
magische element in de kunst brengen, de spanning, de betovering. De rest is bedrog en verveling.