Een ons stilte, SVP
De ene keer zakt de automarkt in elkaar, de andere keer de markt voor wollen sokken. Als iedereen drie auto's in zijn garage heeft staan en tien paar nieuwe wollen sokken heeft, kan het personeel van die betreffende bedrijven voor 'n maand naar huis.
We maken van alles te veel. Te veel oordoppen, te veel overhemden, te veel citroenpersers. Er is te veel melk, er zijn te veel appelen en er zijn te veel grammofoonplaten.
Pas als alle markten in elkaar gezakt zijn kunnen we verstandige dingen gaan bedenken. We maken bijvoorbeeld nog maar tien auto's per dag, twintig oordoppen, vijf fietsen, tien fototoestellen en twintig bedspreien.
Inmiddels verbruiken we minder grondstoffen, houden de omgeving vriendelijker, ademen weer schone lucht in en doen het kalm aan.
Het lijkt kinderlijk, maar is het niet veel kinderlijker per dag honderd auto's te maken, die vervolgens neer te zetten op een opslagplaats omdat ze niet verkocht worden en daarna de werknemers voor 'n maand naar huis te sturen?
Of is het niét gek dat dat een regering miljoenen in 'n bedrijf moet investeren opdat er werk zal zijn? Kunnen die werknemers dan niet evengoed dat geld ontvangen zonder dat ze daarvoor verplicht zijn auto's te fabriceren die er toch genoeg gefabriceerd worden?
Maar het schijnt dat we alleen een goed product kunnen maken als we er honderdduizenden tegelijk van maken. Dus zitten we nu en dan met een ingezakte markt. En dat niet alleen: we verbruiken op een snelle wijze de lucht, de aarde, de natuur en de stilte
En dat zijn nu juist ‘producten’ die we zelf niet kunnen maken, maar die integendeel, als ze eenmaal op zijn, ook