Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997(1998)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 191] [p. 191] wilg de wilg moet uitblinken derhalve roep ik de wilg toe dat hij moet uitblinken ik wil dat hij zijn naam noemt, dat hij elk blad zijn runderen toewendt ik wil dat hij vrolijk waakt over nevelen, wolken dat hij oprecht nadenkt over het gras, het koninkrijk van de herder, dat hij snelwegen voortijdig verlaat zich terugtrekt in de naam van het paard, eendrachtig met het grazige hoefpad Vorige Volgende