Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997
(1998)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
[pagina 182]
| |
Ibeter is het de ziel en de adem
van de tuin in zijn mond te vermalen
beter is het haag en tuinpaden
te vermorzelen tussen zijn kaken
beter is het de roos dood te slaan
en zich te kammen en tussen zijn haren
de rozenbladeren weg te halen
| |
[pagina 183]
| |
IIde tuin schildert geblaat
de tuin is gebladerte
van de wind en zijn geblaas
de tuin ontstaat er
de tuin eet met graagte
wat er verschijnt op tafel
de tuin is een wandelaar
‘stil liggen!’ roepen de tragen
maar het is middag al en avond
| |
[pagina 184]
| |
IIIde tuin is vol met vroom water
met vliespotigen en deftige zalen
met dansplaatsen en inmaakglazen
zoals er verwantschap bestaat
tussen de potgrond van het lichaam
en gerimpelde huid van varens
de tuin valt onder het zwaard
elk paradijs komt te laat
maar geen dood leeft er volmaakter
|
|