Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997(1998)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] schilder het dorp dat hij uitvindt vindt hij schilderend uit hij legt het geplooid alsof het danst tegen het zwelkoren aan, wolken van stro hangt hij aan bonestaken, hun koppen boven de hagen. vanzelf lopen daar paden, er zitten vogels op telegraafpalen. daar komen de dorpswinden aan en waaien tegen kippesnavels, tegen de haan, tegen neusgaten van paarden en halen appels tussen bladeren vandaan water maken zij smakelijk en haver beluisterbaar zoals adem en avond daar komt zij al aan op haar hoge hooiwagen de herfstige dorpsmaan verf op haar oogharen Vorige Volgende