Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997(1998)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] duiven (2) nawijsbaar zijn ze in de lucht, met uitgestoken vleugels, richting aangevend naar ruimte, naar ruisende stilte bengelen aan het touw van de wind dat parelgrijs ligt aan hun hals, gestrekt en onstuimig dwalen waar staalblauw de tuin der duivinnen hen met koerende raadsels onthaalt Vorige Volgende