Geknor
Mijn gezamenlijk geknor is niet zoveel waard als het gezamenlijk gelach van anderen of het gezamenlijk geween van weer anderen. Toch heb ik er lang aan gewerkt. Van mijn vroegste jeugd af heb ik geknord en nu is het dan bij elkaar gebracht: het vroegere knorren en het latere knorren. Het vroegere geknor is natuurlijk anders dan het latere. Toen ik jong was, was mijn knorren gemengd met een zekere behagelijkheid in het knorren zelf. Later werd het knorren meer en meer een noodzakelijk iets en nu is het knorren gewoon geknor en anders niets. Helaas,