Prisenti
De opdracht van het boek is geschreven in de Creolentaal van Suriname, die van de vroegere slaven afkomstig is. Deze taal, gebaseerd op een mengsel van allerlei Westafrikaanse talen, heeft veel woorden ontleend aan het Portugees, Engels en Nederlands, vervormd volgens de klankleer der Westafrikaanse talen. Zij bevat ook een aantal Indiaanse (Caraïbische) woorden. De vertaling luidt: ‘Opdracht. Aan mijn beste Vriend, mijn beste landgenoot, die mij de beste kennis heeft bijgebracht. Aan mijn Vader.’ De opdracht van 1954 betekent: ‘Zo was het toen hij leefde. Nu hij gestorven is, behoort het jou toe, mijn beste makker. Aan mijn oudste broer.’
Het motto, ontleend aan het derde deel (vs. 58-60 van de zeventiende zang) van Dante's ‘Goddelijke Comedie’, luidt in het Nederlands:
...hoe bitter het brood van een ander smaakt en hoe zware weg het is, andermans trappen op en af te gaan.’