Semi-finale(1982)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] De komende ‘Als jij alleen bent, werkelijk alleen, van alles en van iedereen verlaten, je laatste hoop verspild is en je wil om nog te zijn gedaald tot nul, - dan kom ik bij je,’ zei ze. ‘Maar niet eer. Je zult het merken. Ik zal bij je zijn.’ Sindsdien ben ik nooit meer vereenzaamd, nooit meer de wanhoop zo nabij als toen zij sprak. Al is de vloed van angst over het drijfzand van mijn vertwijfeling manshoog gestegen en zie ik niemand meer op het verlaten strand, ik wacht op haar, wéét dat zij komen zal. Dáárom is zij nog niet teruggekomen: Want welke wachtende is ooit alleen? Vorige Volgende