Haastige Noren
Zou president Obama zelf eigenlijk wel erg blij zijn met zijn Nobelprijs? De toekenning ervan aan hem zou wel eens averechts kunnen werken op zijn populariteit in eigen land. Applaus uit het buitenland genereert niet automatisch bewondering in eigen land. Daar wordt het eerder als bewijs gezien dat de prijswinnaar de problemen thuis verwaarloost. En succes voor Obama's binnenlandse projecten, bijvoorbeeld voor de gezondheidszorg, is nog allesbehalve verzekerd. Met andere woorden: die prijs zou zijn carrière nog wel eens in de kiem kunnen smoren.
Maar daar heeft de groep Noren dat het comité uitmaakt dat de prijs uitreikt, kennelijk niet aan gedacht. De termijn voor de kandidaatstelling voor de prijs sloot overigens al in februari, dus een maand na Obama's inauguratie als president. Dat onderstreept nog extra de voorbarigheid van hun besluit, want na een maand kan geen enkele president concrete resultaten tonen, zelfs wonderman Obama niet.
Kan applaus uit het buitenland dus averechts werken, het is ook goedkoop. Neem de PvdA. Als er één partij in Nederland in katzwijm lag voor Obama, was zij het wel. Intussen heeft Obama het Amerikaanse contingent in Afghanistan met 17.000 man versterkt en staat hij voor de beslissing er nog meer te zenden.
Obama doet hierbij ook een beroep op zijn bondgenoten. Maar dan geeft de PvdA plotseling niet thuis: de Nederlandse troepen in Uruzgan moeten van haar in 2010 onverbiddelijk naar huis.
Niet dat dit per se een onjuist standpunt is. De aanwezigheid van vreemde troepen in Afghanistan kan niet eindeloos duren. Op een goed ogenblik moeten zij plaats maken voor een Afghaans, liefst democratisch, gezag. Maar dat is nog in geen velden of wegen te bekennen. Trouwens, Afghanistan is nooit veel meer dan een samenraapsel van, meestal met elkaar rivaliserende, stammen geweest.
Het gaat er dus niet om of de partijen die een eind willen maken aan de Nederlands militaire presentie in Afghanistan, gelijk dan wel ongelijk hebben. Het gaat erom dat hun gejuich voor Obama niet alleen voorbarig, maar ook goedkoop was. En zo zal Obama dat ook voelen: mooie vrienden, wat koop ik voor hun applaus? Het gaat er ook niet om of Obama een goede of slechte president is. Geen enkele president zou binnen negen maanden de problemen kunnen oplossen waar hij voor staat.
Met zijn voorbarige keuze heeft het Noorse comité de betekenis van de Nobelprijs dus sterk gedevalueerd. Trouwens, die prijs waarborgt de winnaar geen eeuwige roem. Wie weet nog wie Frédéric Passy, Klas Pontus Arnoldson, Ludwig Quidde of, om een paar van de recentere te noemen, Jody Williams, Carlos Filipe Ximenes Belo en Joseph Rotblat zijn?
Zeker is Obama een geïnspireerd en inspirerend man; en vooral een verademing na acht jaren Bush. Maar die eigenschappen waarborgen nog geen succes. Eén grote fout heeft hij in elk geval al gemaakt: zijn vlucht naar Kopenhagen om te pleiten voor Chicago als plaats voor de Olympische Spelen in 2016. Zoiets doet een president niet. Resultaat van zijn missie: Chicago haalde niet eens de tweede ronde. We kunnen slechts hopen dat deze nederlaag niet symbolisch zal blijken voor zijn hele presidentschap.
Was de keuze van het Noorse comité misschien een verlegenheidskeuze, omdat het niet zo gauw op een ander kon komen? Daar lijkt het niet op. Het had heel goed anderen kunnen kiezen, die al de sporen hadden verdiend die Obama nog niet kan tonen. Deze herfst is het twintig jaar geleden dat de ‘Muur’ viel, dat heel Midden-Europa zijn vrijheid herwon, dat de Koude Oorlog, die de wereld ruim veertig jaar lang in zijn greep had gehouden, tot zijn einde kwam.
Welnu, zou het niet voor de hand hebben gelegen diegenen te huldigen die het meest hebben bijgedragen aan het einde van dat tijdperk? Zeker, Gorbatsjov kreeg in 1989 de Nobelprijs, en geheel verdiend. Want zijn besluit om niet gewapenderhand orde op zaken te stellen, zoals zijn voorgangers in 1953, 1956 en 1968 hadden gedaan, heeft het sovjetimperium in Europa als een kaartenhuis ineen doen zakken. (Dat hij daar in eigen land geen dank voor oogstte - twee jaar later was hij van het toneel verdwenen - mag Obama als waarschuwing dienen.)
Maar in het Westen waren er toen ook gelukkig staatslieden die ervoor zorgden dat dit proces niet uit de hand liep. Het waren in de eerste plaats de toenmalige Amerikaanse president, George Bush sr., en bondskanselier Helmut Kohl die, in nauwe samenwerking met Gorbatsjov, het op vreedzame wijze tot een goed eind wisten te leiden. Nergens viel bijltjesdag, behalve in Roemenië, waar Ceausescu en echtgenote standrechtelijk werden doodgeschoten en een duizend andere slachtoffers vielen.
Zou het niet passender zijn geweest de verdiensten voor de vrede van deze staatslieden (die overigens eerder tegengewerkt dan gesteund werden door Europese politici als Thatcher, Mitterrand en Lubbers) alsnog te erkennen met de vredesprijs? Misschien is Obama een bevlogener en bezielder man, maar hij had rustig een paar jaar kunnen wachten. Het ongeduld lag overigens niet bij hem, maar bij het Noorse comité.
NRC Handelsblad van 15-10-2009, pagina 7