India, Indonesië
Dat nu ook India op het punt staat te gaan behoren tot de kernwapenbezitters is natuurlijk een reden tot verontrusting. Maar het protest daartegen van de vijf landen die tot dusver het monopolie op dit gebied genoten, druipt van schijnheiligheid.
Waarom zouden landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk wel kernwapens mogen hebben, en India, dat vele malen groter is, niet? Qua inwonertal meet dit land zich met de Verenigde Staten, Rusland en China. Het is dus in potentie een grote mogendheid en zal pas als zodanig worden erkend wanneer het eveneens over kernwapens beschikt.
Zo althans denken de India'ers, en niet ten onrechte. Het protest van de nucleaire haves zal dus geen indruk op hen maken. De schijnheiligheid ervan hebben ze al dadelijk onderkend. Maar de vijf haves zijn niet de enige schijnheiligen. Ook zij die weliswaar niet zelf in het bezit van kernwapens zijn, maar wel jarenlang hun veiligheid gezocht hebben in de kernwapens van anderen, behoren ertoe.
Dat zijn in de eerste plaats de NAVO-landen, waaronder Nederland. Ook ons protest klinkt daarom niet helemaal oprecht. India heeft niet, zoals wij, een sterke bondgenoot die, met zijn kernwapens, een waarborg biedt voor zijn veiligheid. Waarom zou het dan niet zelf zo'n waarborg mogen scheppen?
Maar wie bedreigt India? Niet in de eerste plaats Pakistan. Tegen dat land heeft India drie keer een - niet nucleaire - oorlog gevoerd, en driemaal heeft India Pakistan verslagen. Het is dan ook vele malen groter en sterker dan zijn islamitische buurland. Ook China vormt op dit ogenblik nog geen bedreiging, al heeft India in 1962 een oorlog tegen dat land gevoerd die het heeft verloren. Dat is een traumatische ervaring geweest.
Nee, het is eerder de combinatie van Pakistan en China die voor India bedreigend is. Pakistan op zichzelf is, zoals gezegd, geen bedreiging, maar het is wèl een vijand, die een stuk van India, Kasjmir, opeist. Indien zeker van Chinese steun, zou Pakistan een reële bedreiging kunnen zijn.
Het is met die strategische constellatie dat India rekening moet houden en waartegen het een deterrent, zoals wij dat in de Koude Oorlog noemden, wil hebben. In de Koude Oorlog heeft de deterrent gewerkt, want er is geen echte oorlog gekomen. Waarom zou dat niet ook in Azië werken? Omdat wij berekenbare Westerlingen zijn en de Aziaten neigen tot amok?
Ja, het is zelfs denkbaar dat, nu India eenmaal kernwapenmogendheid aan het worden is, India en China tot wapenbeheersingsakkoorden komen, zoals per slot van rekening ook de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, te beginnen al in de jaren zestig, tot zulke akkoorden zijn gekomen. Pakistan zal zich er dan noodgedwongen bij moeten neerleggen.
Zal de buitenwereld het bij protesten laten of zal zij tot maatregelen besluiten bij wijze van vergelding? Zoals gewoonlijk zijn de reacties verdeeld. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zien niets in sancties tegen India. De Verenigde Staten wèl, al hebben zij boter op hun hoofd doordat president Clinton technologie aan China levert die het dit land mogelijk maakt nucleaire ladingen over verre afstanden te vervoeren. Dubbele schijnheiligheid dus.
Zou het stopzetten van ontwikkelingshulp iets helpen? Minister Pronk is ertegen, onder het motto dat de armsten in India er niet onder mogen lijden. Een nobele overweging, maar het betekent wèl dat Nederland indirect helpt aan de bouw van een Indiase kernmacht - waartegen het protesteert. Ook hier weer schijnheiligheid.
Een ander Aziatisch land is tegelijkertijd in het nieuws: Indonesië. Aan Soeharto's regime is, na 32 jaar, een eind gekomen. Dat regime heeft Indonesië ongetwijfeld in de vaart der volkeren opgestoten. De economie groeide jaarlijks met acht procent. Maar die welvaart was grotendeels op lucht gebouwd, want het land werd meegesleept in de Oost-Aziatische crisis. Zijn schuldenlast is enorm.
Het Internationale Monetaire Fonds is Indonesië te hulp gekomen, maar onder voorwaarde dat het zijn economie zou saneren. Gevolg was, onder andere, dat de roepia kelderde en de prijzen naar boven schoten. De kerosine, waarop het gros van de bevolking zijn potje kookt, werd onbetaalbaar. Dat werd de vonk in het kruitvat.
Is het IMF te hard geweest? Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, zegt het spreekwoord, maar indien als gevolg van harde maatregelen er chaos uitbreekt, zijn we nog verder van huis. De verwachtingen die de Indonesiërs nu na Soeharto's val koesteren, zullen zeker niet uitkomen. Voorlopig zal alles alleen maar nog slechter gaan.
Er zit hier een les in voor Europa, want is het helemaal ondenkbaar dat te eniger tijd een lidstaat van de Economische en Monetaire Unie in soortgelijke problemen komt als het de stringente voorwaarden van de Europese Centrale Bank probeert te vervullen? Of zullen er dan, om erger te voorkomen (of om andere politieke redenen), allerlei ontsnappingsclausules in het leven worden geroepen, wat dan weer de betrouwbaarheid van de euro niet ten goede zou komen? Of denken we ook hier heimelijk: zulke dingen gebeuren alleen maar met wispelturige volken als Latino's of Indonesiërs, maar niet met degelijke Europeanen?
En de armsten in Indonesië? Die krijgen, in tegenstelling tot hun Indiase lotgenoten, niets van Pronk, want hij ziet niets in het hervatten van de verbroken hulprelatie tussen Jakarta en Nederland, zei hij gisteren. Merkwaardig: de armsten met atoombom krijgen hulp, de armsten zonder niet.
NRC Handelsblad van 22-05-1998, pagina 9