Ondanks horrorscenario toch vóór?
Of de brede lach waarmee Bolkestein vaak op foto's en op de televisie te zien is, de uitdrukking is van een zonnige natuur, weet ik niet. In elk geval stemt die lach niet overeen met de strengheid van zijn meeste boodschappen en de strengheid van zijn logica. Daarom heeft hij voor mij iets onechts. Een glimlach zou volstaan.
Maar vermoedelijk meent Bolkestein hier een concessie te moeten doen aan de lachcultuur die, sinds de televisie haar intrede deed, onze samenleving beheerst. Mij zijn de politici liever die, zoals het Kamerlid Van Traa, daar niet aan meedoen. Er valt immers niet zo vaak te lachen.
Dinsdag was het weer zo ver. Een grote foto van een lachende Bolkestein bij een artikel in deze krant dat die vrolijkheid volstrekt logenstrafte. Bolkestein vindt de Economische en Monetaire Unie (EMU) eigenlijk maar niks. Goed, hij zal er, zij het onder strikte voorwaarden, voor stemmen, maar een econoom van naam zou het plan nooit bedacht hebben. Zou hij, toen hij het interview gaf, er al weet van hebben gehad dat woensdag zeventig economen met een verklaring zouden komen waarin zij - zij het op andere gronden dan Bolkestein - bezwaren maken tegen de EMU?
Hoe dit ook zij: opnieuw valt er op Bolkesteins argumentatie - die hij voert met een kennis van zaken waarin niet zoveel fractieleiders hem zullen evenaren - weinig af te dingen. Alleen: als er enige kans is dat het door hem geschilderde horrorscenario werkelijkheid wordt, waarom is hij dan toch voor de EMU? Dat is de enige zwakke plek in zijn betoog.
Wat is dat horrorscenario? Stel dat een land, lid van de EMU, in moeilijkheden raakt. Hoe kan het zich daaruit redden zonder in strijd te komen met de verdragsbepalingen? Depreciatie van zijn wisselkoers mag niet meer. Andere lidstaten mogen het volgens het boekje geen borgtocht geven. Aanpassing van het loonniveau of de sociale zekerheid is onwaarschijnlijk. Rest: hogere werkloosheid. Maar dat kan politiek onverkoopbaar zijn voor het land in kwestie. Als het een groot land is, Frankrijk bijvoorbeeld, dan voorziet Bolkestein dat het ‘toch zal uitlopen op additionele geldstromen, in dit geval van de Bondsrepubliek als rijkere partner, naar Frankrijk’. Maar dat zal wel niet zonder voorwaarden gebeuren. Gevolg: grote wrok in Frankrijk tegen Duitsland en de EMU, die zulke harde voorwaarden stellen. Wie zegt dat dit een onwaarschijnlijk scenario is?
De EMU zal, wat dat betreft, de spanningen tussen de landen eerder vergroten dan verkleinen. Mooi voorbeeld van Europese eenheid! En wat met de landen die al bij de start buiten de boot vallen, bijvoorbeeld Italië en Spanje? Bolkestein voorziet dan grote spanningen binnen die landen en tussen die landen en de EMU-landen. Ook niet bepaald een vervulling van de Europese droom.
De druk, vooral van Frankrijk, om Italië en Spanje dan maar al dadelijk tot de EMU toe te laten, ook als ze niet aan de strikte voorwaarden voldoen, zal daarom groot zijn. Maar niet alleen dáárom. Zonder hen voelt Frankrijk zich in de EMU als eenling in een grotendeels noordelijke club. Oud-president Giscard d'Estaing bepleit ‘voorwaardelijke toelating’ van die twee landen.
Dit aspect behandelt Bolkestein niet, maar dat hoeft ook niet, omdat hij bij voorbaat zegt dat er met die strikte toelatingsvoorwaarden niet gesjoemeld mag worden. Die strengheid van hem maakt de vraag waarom hij toch voor de EMU is, in feite ook overbodig: hij is voor de EMU, mits de toelatingscriteria strikt gehandhaafd worden. Aangezien het steeds onwaarschijnlijker wordt dat zelfs Frankrijk en Duitsland, zonder begrotings- en andere trucs, daaraan zullen kunnen voldoen, is hij, logisch gesproken, eigenlijk tegen een EMU.
Maar dan rijst de vraag: kan Bolkestein dat politiek volhouden? Hij zegt: ‘Tot nu toe leert de eenstemmigheid over het onderwerp mij dat iedereen [in de Kamer] op de zeer strenge naleving van de criteria zal insisteren’. Ik geloof daar niets van. Politici als Wöltgens, De Beus, Kalma en Metten - weliswaar geen leden van de Tweede Kamer, maar niet zonder invloed in de PvdA - denken daar anders over. En het CDA is traditioneel bereid tot compromissen. D66 is pragmatisch, dus kan ook alle kanten omvallen.
Stel echter dat Kamer en kabinet wel dit strenge standpunt (blijven) innemen, is dat dan internationaal houdbaar? Kan Nederland buiten een verwaterde EMU blijven waaraan Frankrijk en Duitsland wèl meedoen? Bolkestein meent van wel: ‘De Nederlandse handelsbalans is ijzersterk, die kan wel een stootje hebben.’
Ik weet dat nog niet zo. Maar trouwens: Kamer en kabinet zullen de consequenties van een Nederlands isolement niet aandurven. Dat gebrek aan politieke moed (dat op zichzelf nog geen politieke ondeugd hoeft te zijn) zal natuurlijk gemaskeerd worden door een beroep op Europese solidariteit.
Kortom, het lijkt erop dat Bolkestein òf een schot voor de boeg heeft willen leveren òf zich heeft willen vermeien in een intellectuele exercitie. Het eerste heeft politieke zin; het tweede is alleen maar interessant.
Kleine voetnoot: Bolkestein zegt ergens: ‘De Gaulle wordt verondersteld gezegd te hebben: “Léconomie c'est comme l'intendance, elle suit” (de economie is als de legertros, die het leger volgt).’ Inderdaad: verondersteld. De Gaulle zelf heeft, in een interview voor de televisie op 14 december 1965, verklaard dat hij die uitdrukking nooit gebruikt had, net zomin als ‘l'Europe des Patries’, dat hem ook altijd in de mond gelegd is (en nog wordt). Maar dat neemt niet weg dat, anders dan die andere uitdrukking, de uitspraak dat de economie de politiek volgt, zoals de intendance het leger, een typisch gaullistische, ja typisch Franse gedachte vertolkt.
NRC Handelsblad van 14-02-1997, pagina 9