Nederduytsche poemata 1616(1983)–Daniël Heinsius– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Tout amant estropiat. WIe dat den beul verminckt, die moet hy weer genesen, VVant als het lichaem is getrocken uyt het let, Die wilt geholpen sijn, die moet te vredé wesen, Tot dat hy wederom elck in zijn plaetse set. Het gaet oock soo met u, ghy die verminckt van sinnen, Ontledet van verstandt, vol droef heyt ende pijn, Gaet suchten sonder hulp geraebraeckt van het minnen. Soeckt hulpe van den beul. dat is de medecijn. Vorige Volgende