menen niet anders te kunnen handelen. Zij ook zijn kinderen van hun tijd en weten eigenlijk niet beter.
De opgaande zon schetst de strijd van de kleine middenstander tegen de genadeloze concurrentie van de grote anonieme bedrijven. Bloeimaand, een spel van het leven in de stad, Ora et Labora, een probleem op het platteland, Glückauf, een spel van de mijnen, nemen telkens andere levensmilieus tot onderwerp van studie en kritiek.
De wijze kater uit 1917 is een satire op de kapitalistische maatschappij en op de vervreemding van de natuur. Het thema zelf is duidelijk ontleend aan het oude sprookje van de gelaarsde kat, waarin een slimme kat haar baas tot markies bevordert en aan een koningsdochter helpt.
In het stuk van Heijermans maken we kennis met de corrupte hofhouding van een ingebeelde staat. Een aantal ambtenaren spelen het spel mee en profiteren van het leven in de zon: de hofprediker symboliseert de godsdienst, die volgens de schrijver duidelijk aan de kant van het gezag en het kapitaal staat.
De kater krijgt een tijdlang een rechtersfunctie toegewezen en zal dan recht spreken volgens de principes van het natuurrecht.
Hier voelen we reeds de figuur van Azdak in De Kaukasische Krijtkring van Brecht, ook al zal dat stuk slechts in 1944 verschijnen.
Dat recht spreken wordt door de koning en de hofkliek geduld zolang hun eigen belangen niet in het geding komen en het slechts om onbetekenende twisten tussen het gepeupel gaat.
Het spel loopt echter snel ten einde, zodra de stoute rechter het eigendomsrecht in twijfel begint te trekken en op die manier de bezittingen van de heersende groep in gevaar brengt. De kater verlaat dan misprijzend de wereld van de mensen en gaat terug naar de natuur, waar het veel beter leven is.
Het stuk komt voor op het wereldrepertoire en heeft in vele landen bij groot en klein een verdiend succes gekend.