Een nieuw Nederlandsch verzen- en liedeboek(ca. 1860-1870)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Vonken. Niet te langzaam. Meis--jes! als ge doo-ve ko----len Hebt ge- ra--keld on-----der dsch, Leît er ligt een vonk ver- scho--len, Die nog niet ge-doofd en was. Wees voor- zig---tig met je vuur: Goe-de raad is al--tijd duur! Wees voor-zig--tig met je vuur: Goe----de raad is al---tijd duur! Doet het bla--ken nog en bra---den, Brandt het nog in vol----len gloor, 't Zalje ligt zoo veel niet scha--den, Wantje waakter zel----ve voor; Maar een vonk-je, zoo men rust, Sticht wel brand, dien nie-mand bluscht. Maar een vonkje, zoo men rust, Sticht wel brand, dien nie--mand bluscht. Meis--jes! 't ee--re--lij---ke bran--den, Dat de we-reld vrij mag zien, Heeft nog nim-mer schâ of schan-den Aan de vrij-sters doen ge-schiên; Maar die vonk-jes, lie--ve maagd!'k Bid je, dat gr zorg voor draagt! Maar die vonkjes, lie--ve maagd! 'k Bid--je, dat gr zorg voor draagt! Vorige Volgende