Kinderliederen(1863)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] X. Blindemannetje. Levendig maar fluisterend. George H. Broekhuijzen, Jr. Stoe -- len en sto -- ven op zij, Dat hij zijn voet-jes niet stoot! 't Heeft geen nood! 't Heeft geen Kijk! wat hij rond-loop en tast! Sliep uit, dat 's mis, ka -- me-raad, 't Is te laat! 't Is te Meis -- jes wat kraakt er je kleed! Jon- gens je fluis -- trenver-raadt Waar je staat! Waar je [pagina 110] [p. 110] nood! Loop hem voor-bij, Trek hem op zij; Blin-de-man, blinde-man! Pak me maar ân, Als je me krij ------------- gen laat! Raag-bol en kwast, Houdt ze maar vast! Blin-de-man, blinde-man! Pak me maarân, Als je me krij ------------- gen staat! Eer dat je 't weet, Heeft hij je beet, Blin-de-man, blinde-man! Hoû wat je kan, Je bent weer zien ------------ de [pagina 111] [p. 111] kan. Blin-de-man, blinde-man! Pak me maar ân, Als je me krij-gen kan. kan. Blin-de-man, blinde-man! Pak me maar ân, Als je me krij-gen kan. man. Blin-de-man, blinde-man! Hoû wat je kan. Je bent weêr zien-de man! Vorige Volgende