Kinderliederen(1863)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] III. Vogelenlied. W. Smits. Matig langzaam. Klein vo-ge-lijn! op groenen tak, Wat zingt ge een lustig lied! Wij heb-ben, in ons hee-le boek, Zoo'n vrolijk wijs-je Zoo zuiverzingt gij en zoo hoog, Zoo keu--rig in de maat, En 't hart dat po-pelt ons van vreugd Wanneer uw keeltje O ze-ker is 't de goe-de God Die 't u heeft toebe- trouwd, Op-dat gij aan der blinden oor Zijn goedheid melden [pagina 9] [p. 9] niet! o Zeg ons, zeg ons, aar-dig beest! Wie of uw mees-------ter is ge-weest? o Zeg ons, zeg ons, aar-dig beest! Wie of uw meester is ge-weest? gaat! o Zeg ons, zeg ons, aar-dig beest! Wie of uw mees-------ter is ge-weest? o Zeg ons, zeg ons, aar-dig beest! Wie of uw meester is ge-weest? zoudt, o Ja! wij we----------ten 't aar-dig beest! Wie of uw mees-------ter is ge-weest. o Ja! wij we-ten 't aar-dig beest! Wie of uw meester is ge-weest. Vorige Volgende